De architect en ingenieur Ir. Julianus Josephus Dony -roepnaam Julien- is geboren op 18 juli 1865 in Rummen (België) en overleden op 31 augustus 1949 in ´s-Hertogenbosch. Op 27 mei 1892 solliciteert hij naar de functie van directeur van de Koninklijke School voor Kunsten, Techniek en Ambacht hier in de stad. Dit is de opvolgster van de in 1812 opgerichte Académie Impériale et Royal de Peinture, Sculpture et Architecture. Vanaf 1828 heet dit opleidingsinstituut Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten. De gemeenteraad benoemde Dony op 22 juli 1892. Hij is dan 26 jaar en directeur van de K.T.A. In 1917 vraagt hij om gezondheidsredenen ontslag. Na 1913 heeft Dony zijn architectenbureau beëindigd en wordt consul van België met standplaats ´s-Hertogenbosch. Nadat hij zich in 1892 in de stad had gevestigd, trouwde hij op 16 december met Maria Johanna van Lanschot (1874-1952), dochter van Mr. H.F.M.L. van Lanschot, burgemeester van ´s-Hertogenbosch van 1880-1883 en zus van F.J. van Lanschot die burgemeester was van 1917 tot 1941. Het echtpaar is later gaan wonen op Stationsplein nummer 4 in een door Dony zelf ontworpen herenhuis dat in 1903 gereed kwam. Dony ontpopt zich als een uiterst productief architect, vooral in de nieuwe Bossche wijk ´t Zand. Vanaf 1896 bouwt hij daar ruim zestig woonhuizen, waarvan alleen al twintig op de Stationsweg en het Stationsplein, alle in neorenaissancestijl. Maar Dony is flexibel genoeg om in opdracht of uit eigen voorkeur andere stijlen toe te passen met als hoogtepunt de neogotische Leonarduskerk met twee indrukwekkende westtorens aan het Emmaplein. Die prachtige kerk is in 1973 helaas afgebroken. Aan de Havensingel bouwt hij op nummer 17 en 18 een woonhuis met elementen van de chaletstijl. Elementen van de art nouveaustijl treffen we aan in een door hem ontworpen huis op de Oranje Nassaulaan 5. Op nummer 4 past hij weer zijn vertrouwde neorenaissancestijl toe. Op de voorgevel van Julianaplein 15/17 prijkt een beeld van St. Eloy, de patroon van de smeden. Dit dubbele herenhuis heeft Dony dan ook in 1910 gebouwd voor de Bossche edelsmid Carel Teulings. Het heeft een deftige voorgevel met verfijnd metselwerk en topgevels in neorenaissancestijl. Dony gebruikt baksteen en natuursteen in de ingang en in de topgevels. Midden op het Stationsplein staat de fontein van kalksteen met vijf draken, die zijn gemaakt door de gebroeders Goossens. Het monumentale geheel, ontworpen door Dony, is op 19 juli 1903 in gebruik genomen. We zien een staande zuil in Jugendstiltrant met een waterbekken. Aan de voet vier draken en twee vissen die water spuwen. Op de zuil klemt zich een verguld koperen draak vast. Al deze draken verwijzen naar de familienaam van de schenker. De vergulde draak houdt bovendien het familiewapen vast met de Latijnse spreuk ´Virtute et Labore´ (met deugdzaamheid en arbeidzaamheid). Een legaat van 10.000 gulden, geschonken door de in 1894 overleden Jhr. P.J. Bosch van Drakestein, van 1856 tot 1894 Commissaris des Konings, stond borg voor de financiering van dit monument ter nagedachtenis aan zijn op 16-jarige leeftijd overleden tweelingdochters en zijn gestorven echtgenote. Deze drakenfontein vormt tot op de dag van vandaag, ruimtelijk en visueel, een stralend middelpunt van de wijk. Het mooie uitbreidingsplan ´t Zand waar Dony zoveel voor tekende, werd ontworpen door de in 1889 door het stadsbestuur benoemde ingenieur/architect ir. F.M.L. Kerkhoff (1858-1909). Het was een boeiend ontwerp met ruime hoofdwegen en pleinen, waarvoor veel architecten de invulling hebben bedacht, voornamelijk in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Behalve Dony, ook A.J. van Kempen, K.C. Suyling (o.a. het oude P.N.E.M.-gebouw, Koningsweg 66 en de Nutsschool), Jan Stuyt (drukkerij Teulings, Emmaplein), H.W. Valk (flatgebouw Emmaplein/Kempenlandstraat), Eduard G.H.H. Cuypers (stationsgebouw 1890-1944), P.Th. Stornebrink (de woningen aan de Mayweg en de voormalige sigarenfabriek, het oudste deel van 1897 althans, terwijl W.G. Welsing verantwoordelijk was voor de uitbreiding anno 1907), K.P.C. de Bazel en anderen. Kapucijnerbroeder Felix Bayens uit Dennenburg ontwierp het Kapucijnenklooster aan de huidige Van der Does de Willeboissingel. Dony is ook in Vught aan het werk geweest. Les Soeurs Chanoissesses de Saint Augustin uit het Franse Lunéville nodigen de Frans sprekende Dony in 1903 uit om het meisjespensionaat Regina Coeli in Vught te bouwen. Het is inmiddels gesloopt. Bij die opdracht vragen de Franse zusters hem om toch zoveel mogelijk ´Vughtse werklieden in dienst te nemen en alles te ondernemen om de bevolking plezier te doen´. Ook was hij de architect van het Vughtse internaat Roucouleur/Maria-oord, in de Glorieuxlaan, waarin anno 2012/2013 luxe appartementen gerealiseerd zijn. |
Bronnen | |
• | Frans Peters en Wiet van Gent (samenstellers) ´t Zand, de eerste uitleg van ´s-Hertogenbosch na de opheffing van de vestingstatus in 1874, uitgave van De Boschboom ´s-Hertogenbosch, 2008 |
• | Paul Calis Sint-Leonardus, kerk en parochie in: Kringnieuws sept. 2005 jaargang 31 nummer 5 uitgave Kring Vrienden van ´s-Hertogenbosch |
1979 |
ArchitectenDony, Julien J.Naar Gothieken Kunstzin (1979) 113 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 93, 133, 303
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 52, 56, 63, 64, 172, 173, 175, 245, 288
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 46, 63
Wies van Leeuwen, 'Kloosters in Brabant op weg naar de eenentwintigste eeuw' in: Noordbrabants Historisch Jaarboek (2015) 151
Charles de Mooij en Paul Kokke, De Muze als Motor : Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant, 1796-1940 (1996) 68, 75, 77
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 98
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 246, 255
-
Nederland's Adelsboek (1963) 415; (1969) 431; (1978) 249; (1985) 250